Biljartfederatie - Organisator van de biljartcompetitie in De Ronde Venen

Biljartfederatie@hotmail.com

Biljartfederatie De Ronde Venen

Welkom bij Biljartfederatie De Ronde Venen

Spelsoorten en acquitposities

Acquitpositie (zie afbeelding)

Op punt A komt de rode bal, dit is het bovenacquit punt B is het middenacquit, punt C is het benedenacquit, punt E is het rechteracquit en punt D is het linkeracquit. De speelbal komt op punt E of D te liggen, de andere speelbal (van de tegenstander) op punt C.

Libre

  • Tijdens de wedstrijd beslist de arbiter. Hierover is geen discussie mogelijk.
  • De arbiter dient de spelregels/reglementen van Biljartfederatie De Ronde Venen te volgen.
  • Voordat de partij begint met de keuzetrekstoot, d.w.z. de 2 stootballen worden op de acquitlijn gelegd, in het midden tussen de linkeracquit en de linkerband en in het midden tussen de rechteracquit en de rechterband. De rode bal ligt op de bovenacquit. Beide spelers(sters) stoten gelijktijdig hun stootbal naar de verste korte band, evenwijdig aan de lange band. Na het raken van de verste korte band door de gestoten bal gaat het er om, welke van de twee ballen het dichtst bij de korte band aan de afstootzijde komt. De speler(ster) wiens bal het dichtst bij de korte band komt mag bepalen wie er afstoot.
  • De speler die afstoot (van acquit gaat) begint de stoot met de ongemarkeerde of de witte bal. De acquitstoot moet verplicht over de rode bal gespeeld worden. De andere speler heeft op het eind van de partij de gelijkmakende beurt vanuit acquitpositie. De inspeeltijd is vastgezet op 3 minuten.
  • Tijdens het caramboleren zit de tegenstander op zijn stoel.
  • Een speler moet aan de arbiter toestemming vragen om de partij te verlaten. Dit is pas toegestaan wanneer de speler aan de beurt komt.
  • Bij het uitspringen van één of meerdere ballen gaat de beurt over naar de tegenstander, een eventueel gemaakte carambole is niet geldig. Alle ballen worden op acquit gelegd.
  • Bij een vastliggende stootbal tegen één of beide andere ballen mag de speler de keuze maken om van acquit te gaan. Als er geen andere keuze is, dan moet men van acquit.
  • Bij touché (het aanraken van de ballen anders dan door een stoot, anders dan met de pomerans) gaat de beurt naar de tegenstander. De verkeerde bal stoten is ook touché.
  • Bij een valse stoot (biljardé) gaat de beurt eveneens naar de tegenstander.
  • Diamonds zijn toegestane merktekens op de biljartrand. Het krijtje of iets anders mag hiervoor niet gebruikt worden.
  • Verboden zone; In de 4 hoeken, gemarkeerd door een krijt/ballpointlijntje van 17cm vanuit de hoek korte/lange band mogen slechts 2 caramboles gemaakt te worden, met die beperking dat bij de 2e carambole een van de aan te spelen ballen de zone verlaat. De arbiter zegt voor de eerste carambole “entree”, bij de tweede “dedans”. Wanneer 1 aan te spelen bal in de zone ligt en de andere op of tegen de lijn heet dit “a cheval”. In deze positie mag de speler onbeperkt door caramboleren.
  • Bij nog 5 caramboles dient de schrijver de arbiter te waarschuwen met de mededeling “en nog 5” vervolgens annonceert de arbiter dat aan de speler. Na elke verder gemaakte carambole annonceert de arbiter het aantal gemaakte en het aantal nog te maken caramboles.

Kader 38/2

  • Van acquit zoals hierboven beschreven bij Libre.
  • Het biljartlaken wordt voorzien van krijtlijnen, waardoor er op het biljart 9 vakken ontstaan. In deze vakken gelden dezelfde bepalingen zoals hiervoor aangegeven bij “verboden zone”. Er is weer sprake van de positie “entree”, “dedans” en “a cheval”. Bij voorkeur worden de ballen in “a cheval” positie gedirigeerd, waardoor men kan scoren zonder de aanspelende ballen uit de vakken te rappelleren. In deze positie liggen de aan te spelen ballen zodanig dat zij gescheiden worden door een kaderlijn.
  • De “2” van 38/2 staat voor het 2-stoots-kader, men mag in elk vak 2 caramboles maken. Bij de tweede carambole moet één van de aan te spelen ballen het vak verlaten.
  • Wanneer de speler nog 5 caramboles moet maken, zegt de arbiter: “en nog 5”.

Driebanden

  • Van acquit zoals hierboven beschreven bij Libre.
  • Wanneer alle ballen vastliggen moet men van acquit.
  • Wanneer 2 ballen vastliggen gaat de stootbal op punt C en de andere op punt B, als de stootbal vastligt tegen rood dan komt de rode op punt A te liggen.
  • Wanneer 1 of 2 van de ballen uitspringt dan gaat de speelbal op punt C, de andere speelbal op punt B en de rode bal op punt A.
  • Wanneer de speler nog 3 caramboles moet maken, zegt de arbiter: “en nog 3”.
Schuiven naar boven